
Een stookinstallatie moet veilig zijn en zo zuinig mogelijk. Het is de bedoeling dat de belasting op het milieu minimaal is. Hierbij dient er vooral oog te zijn op de preventie van ongelukken. De drijver van de installatie dient zo zuinig als mogelijk te werken. Hiervoor is het zaak om de stookinstallatie op vaste tijden te laten keuren.
Wanneer je bedrijf een omgevingsvergunning milieu nodig heeft, dan heb je te maken met het Activiteitenbesluit. Hierin staat dat stookinstallaties vallen onder de milieubelastende activiteiten. Er gelden dan ook algemene rijksregels. Dit zijn vastgelegde milieuregels die te vinden zijn in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Dit is een onderdeel van de Omgevingswet. In deze wet is weer te vinden of je voor je stookinstallatie een omgevingsvergunning nodig hebt.
Wettelijke verplichting
In deze wet staat dat een stookinstallatie een technische eenheid is waarin brandstoffen worden geoxideerd om vervolgens de opgewekte warmte te gebruiken. Er wordt een onderscheid gemaakt aan de hand van de grootte van de installatie. Er zijn kleine, middelgrote en grote installaties. Een kleine stookinstallatie heeft een vermogen tot 1 MW.
Bij grote installaties is sprake bij een vermogen van 50 MW en meer. De middelgroten zitten hier dan tussenin.
Voor de keuring en het onderhoud maakt de overheid gebruik van inspectiediensten. Deze werken volgens een kwaliteitsstandaard die de SCIOS Certificatieregeling wordt genoemd. Bij ingebruikname van een nieuwe stookinstallatie dient er een Eerste Bijzondere Inspectie (EBI) te worden uitgevoerd. Er wordt dan gekeken naar de veiligheid en het rendement. De bevindingen worden vervolgens in een verslag neergelegd. Dit verslag dient als basis voor de uitvoering van periodieke controles.
SCIOS Certificatie
Onder de deelregeling van de SCIOS Certificatieregeling worden de verschillende stookinstallaties genoemd. Deze worden scopes genoemd. Zo is scope 1 bedoeld voor de atmosferische ketels en de luchtverhitters. Hierbij mengt de verbrandingslucht met de brandstof waarbij thermische trek ontstaat.
Onder scope 2 vallen de warmwaterketels en de luchtverhitters met ventilatorbranders. Scope 3 omvat de – en heetwaterketels. Scope 4 is voor de verbrandingsmotoren en –turbines en scope 5 is bedoeld voor de bijzondere industriële installaties.
Verder wordt er ook gekeken naar de toevoer van de brandstof en wordt er gekeken naar de uitstoot. De mate van de periodieke inspecties en het periodieke onderhoud worden bepaald aan de hand van het Activiteitenbesluit.
Ook de elektrische installaties vallen onder de SCIOS Certificatieregeling. Het is dan ook handig om tegelijkertijd alle installaties te laten keuren.